Overzicht van de pagina’s

Verwijdering van enkele zaken tegen de Staat der Nederlanden

Berichten gedepubliceerd

Op verzoek van enkele eisers hebben we hun documentatie met betrekking tot de zaak tegen de Staat der Nederlanden van de website verwijderd. Ze zeiden er persoonlijk hinder van te ondervinden bij bepaalde instanties.

De publicatie van de zaken was hoofdzakelijk bedoeld om de beëdigde juryleden in de gelegenheid te stellen de bewijslast in te zien. Omdat het proces is afgesloten, vervalt de noodzaak. De bewijslast blijft echter wel in het dossier en het vonnis blijft van kracht. Een ieder die eigen onderzoek wil doen naar de juistheid van de uitspraak van de jury en de misdaden van de rechterlijke macht kan een verzoek tot inzage richten via het contactformulier.

Ook andere eisers in deze zaak hebben dreiging door instanties ondervonden, behouden echter hun zaak openbaar.

We hopen op deze manier zoveel mogelijk aan de vraag van de eisers tegemoet te komen. Zij hebben door hun nek uit te steken de zaak ‘Het Volk tegen de Staat der Nederlanden’ mogelijk gemaakt en daarmee is juridisch aangetoond dat de Staat een criminele organisatie is die moedwillig onze rechten schendt.

Vonnis in de zaak tegen de Staat der Nederlanden: Aktenummer: 20141024-106

Vonnis in de zaak tegen de Staat der Nederlanden

In onderstaande download vindt u het vonnis dat de jury heeft uitgesproken op 30 november 2014.

Het Volkstribunaal is gebaseerd op de mensenrechten. Het niet erkennen van een uitspraak van het Volkstribunaal staat gelijk aan het niet erkennen van mensenrechten. Het schenden van de onvervreemdbare mensenrechten is een criminele daad. Politici en justitie schenden systematisch onze mensenrechten. Het forum van het Volkstribunaal weet dat dit een misdaad is tegen ons, het Volk.

Een ieder die ook constateert dat justitie en politiek systematisch de mensenrechten schendt, kan zich bij het Volkstribunaal aanmelden om te werken aan een rechtvaardig rechtssysteem.

Icoon

vonnis-20141024-106 2.08 MB 1718 downloads

Het vonnis van de jury in de zaak van Het Volk tegen de Staat der Nederlanden. ...

Tenlastelegging in de zaak tegen de Staat

Eerste Nederlandstalige zitting van een Volksjury onder het Natuurlijk Recht

Uit de zaken van 6 eisers zijn 9 gerechtelijke vonnissen genomen en zullen ter beoordeling aan een gezworen jury van 25 leden worden voorgelegd.

In deze terechtzitting worden alleen de leden van de rechtelijke macht ter verantwoording geroepen. Voor deze opzet is gekozen, omdat we onomstotelijk willen aantonen dat er door de rechters in Nederland geen recht wordt gesproken, mensenrechten willekeurig en moedwillig worden geschonden en waar de vertegenwoordigers hun bestuurlijke verantwoording in deze proberen te ontlopen.

Voor het tribunaal is het duidelijk geworden dat de vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden niet de intentie hebben om de mensenrechten te respecteren binnen de Nederlandse rechtspraak.

Download het originele document in PDF formaat:

Icoon

Tenlastelegging aktenummer 20141024-003 1.21 MB 231 downloads

Dit is het officiële document met de tenlastelegging van de gedaagden in de zaak...

In de Zaak tegen de Staat: brieven van het ministerie

In de zaak van Het Volk tegen de Staat der Nederlanden is er 1 bericht van de rechtbank Gelderland en zijn er twee brieven van de minister van Veiligheid en Justitie  binnen gekomen.

Hierin adviseert de rechtbank om in de uitspraak te berusten en zich verdere moeite te besparen.

De tweede brief is gericht aan Toos, in antwoord op haar brief van 17 oktober die ze in werkelijkheid op 30 september had verstuurd. De brief is gedateerd op 4 november, terwijl deze op 4 november bij ons is ontvangen.

Zoals u kunt lezen, stelt de minister zich niet verantwoordelijk voor het schenden van mensenrechten binnen de Nederlandse rechtspraak. Hij schuift deze af op de rechtbank, hoewel hij vermeldt dat deze niet verplicht is hierop te reageren.

De derde brief is aan de secretaris van het forum van het volkstribunaal met de mededeling dat het volkstribunaal geen juridische status heeft. Echter, het volkstribunaal hanteert de mensenrechten en blijkbaar hebben deze rechten voor de minister van Justitie en de minister-president geen juridische betekenis.

Dit is nog eens een bevestiging dat rechtspreken in Nederland een vrijblijvende aangelegenheid is en niemand daarvoor de verantwoording wenst te nemen. Toch allemaal mensen die daar dik voor worden betaald. Als het rechtssysteem van de Staat der Nederlanden faalt, dan kunnen we als burgers alleen nog teruggrijpen op de oerrechtspraak, het Volkstribunaal, waar alleen volgens geweten en gezond verstand wordt geoordeeld.

Deze brieven zijn echter geen officieel verweer van de gedaagden en zullen daarom niet ter beoordeling in de zaak worden meegenomen.

Overige binnengekomen brieven

546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php
546f2bf6d9fa7.php

    Publicaties van zaken tegen de Staat der Nederlanden

    Vandaag, 1 november 2014 worden de zaken gepubliceerd in de zitting van het Volkstribunaal: Het Volk tegen de Staat der Nederlanden.

    De zaken zijn uitvoerig omschreven om een duidelijk beeld te geven van de criminele activiteiten van de Staat der Nederlanden. In de beoordeling voor de jury gaat het alleen om het deel waarbij wordt aangetoond dat de rechters mensenrechten schenden.

    Als we in Nederland een eerlijke rechtspraak zouden hebben, dan zouden de misdadige handelingen binnen en buiten het Staatssysteem snel worden afgestraft. De Nederlandse Rechtspraak is echter onderdeel van dit criminele systeem. Dat is wat we met deze zitting willen vaststellen.

    Door alles publiekelijk te maken kunnen niet alleen de juryleden er zich van overtuigen dat het Nederlandse rechtssysteem niet voor het volk functioneert. Iedereen, voor- en tegenstanders, kunnen zich van de bewijslast overtuigen.

    Zodra de jury tot een vonnis is gekomen zal deze op de site worden gepubliceerd. Dan is juridisch aangetoond dat we met de Nederlandse rechtbank niet met een rechtsmiddel te maken hebben, maar met een systeem dat mensenrechten schendt en daarmee misdadig is. Een ieder die zich vanaf dat moment nog baseert op de Nederlandse rechtspraak en haar regelgeving weet dat hij een groot risico loopt om mensenrechten te schenden. Hiervoor kan hij voor een volksjury worden gedaagd en veroordeeld.

    De gedaagden hebben nog tot 4 november om verweer in te dienen. Tot op heden is dat nog niet gedaan. Mocht er geen verweer binnenkomen, dan zal de jury na die datum in beraad gaan.

    Kijk voor een overzicht op Het Volk tegen de Staat der Nederlanden

    Handleiding beoordeling onder gewoonterecht

    Inleiding dagvaarding medewerkers van de Staat der Nederlanden

    Inleiding

    We willen met deze terechtzitting bereiken, dat het voor het grote publiek duidelijk wordt dat er in Nederland op grove wijze mensenrechten worden geschonden. Dat er mensen zijn die menen hier geen slachtoffer van te zijn, komt omdat men vandaag de dag geen idee meer heeft wat onze rechten zijn.

    Elke (internationale) erkenning van een Rechtstaat is gebaseerd op haar belofte tot het respecteren van de mensenrechten binnen deze Staat. Maar zeggen dat men er zich aan zal houden en het ondertekenen van internationale verdragen voor mensenrechten geven nog geen garantie voor de daadwerkelijke uitvoering ervan.

    Een oprecht mens zal zonder enige twijfel de stelling dat een Staat geen mensenrechten mag schenden voor haar bestuurlijke organisatie volmondig met JA bekrachtigen.

    De Staat probeert in samenwerking met andere naties onze vrijheden en daarmee rechten te beperken onder de noemer van bescherming tegen boze machten. Ondertussen weten we uit verschillende bedreigingen (9/11, aanslag in de metro van Londen, ISIS, MH17, Midden-Oosten, etc) dat de westerse regeringen achter de organisatie van deze terroristische aanslagen steken. Hiermee hebben ze de mensen ‘gemotiveerd’ om afstand van hun rechten (vrijheden) te doen. Door afstand van hun rechten te doen zou de Staat hen door een betere controle beter kunnen beschermen. Deze motivatie is echter gepaard gegaan met misleiding en bedrog en daarmee zijn weer onze rechten geschonden. Deze toestemming (van een onbepaald aantal mensen) is dus onrechtvaardig verkregen en we hebben daarmee het recht dit weer ongedaan te maken.

    Het bovenstaande in overweging nemende is het noodzakelijk om nog een stap dieper in onze mensenrechten te duiken. Ook een volk (vrijwillig of onder dwang) mag geen mensenrechten schenden. Als (een deel van) een volk zich meent te moeten beschermen door afstand te doen van haar rechten, dan kan men andere mensen, die zelf geen mensenrechten hebben geschonden daar niet mee duperen. Dat zou een schending van hun rechten zijn.

    De mensenrechten zijn erop gebaseerd, dat je recht hebt op onschendbaarheid, zolang je niet iemands rechten hebt geschonden. Dit is de basis van gerechtigheid en gelijkwaardigheid in rechten.

    Het is het principe van Creatie dat elk kind dat geboren wordt, begiftigd is met onvervreemdbare vrijheden, die geen enkele autoriteit, wet, regering of religie kan beperken of afschaffen. Elke kracht die dat probeert staat gelijk aan tirannie en is onwettig.

    Dat regeren op basis van gelijkwaardigheid niet mogelijk is zal een ieder op den duur wel duidelijk worden. Deze terechtzitting is ook niet bedoeld om aan te geven hoe het beter kan, maar alleen om vast te stellen dat het zo niet verder kan gaan. Op basis van mensenrechten wordt het begrip democratie een utopie. Een democratie, waarbij de minderheid van de bevolking moet doen, wat de meerderheid van de bevolking denkt te willen, schendt per definitie mensenrechten. Waarom hanteren we dit model nog steeds als het meest ideale systeem?

    Wat is Recht en wat is Wet?

    Dit is alleen maar uit het Natuurlijke Recht of Geboorterecht af te leiden.

    Zoals hierboven al is vermeld, zijn onze mensenrechten erop gebaseerd, dat je onschendbaar bent, zolang je niet iemand anders zijn rechten hebt geschonden. Dit is de basis van gelijkwaardigheid in rechten. Er is niemand die dit feitelijk kan tegenspreken. De paus kan beweren dat hij de plaatsvervanger van God op aarde is, maar aangetoond is dat tot op heden nog niet. Bovendien gedraagt hij zich niet als zodanig. Iemand kan in de overtuiging zijn, dat hij voor een hogere macht werkzaam is, maar dat geeft hem nog niet de legitimiteit om andermans rechten te schenden. Als er zoiets als een hogere autoriteit bestaat, dan zal deze nooit mensenrechten schenden of anderen opdracht geven dit te doen, omdat hij daarmee zijn autoriteit verliest.

    Omdat mensenrechten onvervreemdbaar, fundamenteel en onweerlegbaar zijn, is dit de enige Wet op het gebied van rechtspraak. Al het andere is daarvan afgeleid en noemen we regelgeving. Deze is bedoeld om De Wet te beschermen. Regelgeving overtreden is dus niet per definitie een schending van rechten en dwingt niet altijd tot correctionele maatregelen. Daarentegen kan men De Wet schenden zonder het overtreden van regelgeving. We dienen ons dus te baseren op De Wet, samengevat in één regel:

    Je hebt recht op onschendbaarheid, zolang je andermans rechten niet schendt.

    Zolang zij niet wordt weerlegd is dit een Natuurwet.

    Wanneer is een Staat en Rechtstaat?

    Vandaag de dag erkennen we de Staat als een legitieme autoriteit. Maar waar is deze legitimiteit daadwerkelijk op gebaseerd?

    We hebben niet alleen met elkaar afgesproken om de mensenrechten te respecteren, maar we beschouwen dat als een onvervreemdbaar, fundamenteel recht. Iedereen heeft zich daaraan te houden, ook de mensen die wij aanwijzen om zaken voor ons te regelen.

    In Nederland en omringende landen is het rechtssysteem geïnstitutionaliseerd. Daarvoor heeft de Nederlandse Staat het monopolie of alleenrecht op rechtspraak geclaimd. Niemand anders mag op Nederlands grondgebied rechtspreken. Tevens heeft zij het monopolie op geweldpleging geclaimd, om haar vonnissen ten uitvoering te kunnen brengen. Absolute voorwaarde is natuurlijk wel, dat de Staat dan iedereen toegang geeft tot een daadwerkelijk rechtsmiddel. Als echter aangetoond kan worden, dat het Nederlandse rechtssysteem de mensen geen toegang geeft tot een eerlijk proces en een daadwerkelijk rechtsmiddel, maar daarentegen systematisch mensenrechten schendt, dan verliest zij niet alleen haar autoriteit tot rechtspreken, maar ook haar gezag als Rechtstaat.

    Hoewel een bestuur in dienst staat van haar leden (het volk) en daarmee ondergeschikt is aan het belang van de burgers, zien we in onze huidige maatschappij eerder het tegenovergestelde. De Nederlandse Staat vormt zich momenteel hoofdzakelijk uit hoger opgeleide mensen. Ook zien we vaak dat families generaties lang hoge posities in bestuursfuncties bekleden. Deze hebben vaak weer nauwe connecties met grote industriëlen. Daardoor blijft dit een gesloten groep, een rijke elite die de ‘wetten’ bepaalt. Hun invloed op de media als deel van de elite zorgt ervoor dat de gemiddelde burger gelooft dat hij in vrijheid leeft.

    Het Nederlands rechtssysteem maakt gebruik van het zogenaamde civiel recht (handelsrecht) of burgerrecht. In dit rechtssysteem wordt de mens in de wet weergegeven als een Natuurlijk Persoon. Dit is niet de mens zelf, maar een juridische entiteit of rechtspersoon, zoals ook bedrijven en instellingen rechtspersonen zijn. Door de mens als Natuurlijk Persoon te behandelen wordt hij handelswaar. Door deze constructie wordt de mens zijn rechten ontnomen, omdat de rechtbank voorts de mens alleen nog maar als juridische entiteit waarneemt. Een juridische entiteit is onderdeel van het handelsrecht en heeft geen mensenrechten. Deze regels (wetten) opstellen schendt nog geen mensenrechten, hoewel de intentie al aantoonbaar is. De uitvoering van de rechter doet dit echter wel, maar de rechter beweert dat hij slechts de wet (regels) toepast. En zo vervallen we in een vicieuze cirkel, waarbij de mens en zijn rechten nagenoeg altijd het onderspit delft.

    Rechten zijn onvervreemdbaar. Zodra aan rechten voorwaarden worden verbonden, dan zijn het geen rechten meer, maar privileges. Dat is wat de Nederlandse Staat feitelijk doet. Ze stelt aan alles voorwaarden. Ze heeft voor alles procedures. Als mens wordt je in deze procedures gedwongen. De zaak dan vaak niet meer te overzien en men is dan genegen om ‘professionele’ hulp van een advocaat in te roepen. Deze volgt echter weer de Nederlandse wetgeving en ziet de mens weer als natuurlijk persoon. Hij past vervolgens allerlei regeltjes (procedures) toe die mensenrechten schenden.

    Een regel die uit De Wet voortvloeit is dat we recht hebben op een eerlijk proces. Dat we in staat worden gesteld om onszelf te verdedigen en bewijslast om onze onschuld te bewijzen mogen verzamelen. Dat diegene die over ons oordeelt alle aangedragen feiten in overweging neemt, ook het feit dat je een mens bent en van daaruit neutraal rechtspreekt. Dit dient de Nederlandse Rechtstaat ons als mens te garanderen. Zodra het noodzakelijk wordt om je recht te krijgen via procedures, dan is er blijkbaar geen daadwerkelijk rechtsmiddel aanwezig.

    Het Nederlands recht kent het hoger beroep. Als door een lagere rechtbank een uitspraak wordt gedaan, waarmee je het niet eens bent, dan kan je hoger beroep aantekenen. De hoogste rechtbank is uiteindelijk de Hoge Raad. Ons wordt echter in eerste instantie de lagere rechtbank toegewezen. Ook hier heb ik reeds recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel en een eerlijk proces. Ook hier mogen geen mensenrechten worden geschonden. Als op dit niveau van rechtspraak geen aanspraak kan worden gemaakt op een eerlijk proces, wat heeft een hoger beroep dan voor zin. Bovendien stelt de Nederlandse rechtspraak het verplicht dat ik mij laat vertegenwoordigen door een advocaat. Dus een hoger beroep in de Nederlandse wetgeving schendt mensenrechten. In dit systeem loop ik als mens volledig vast als ik aanspraak maak op mijn rechten.

    Onze hele samenleving valt of staat met een eerlijke rechtspraak. Als politie, de belastingdienst en andere ambtenaren mensenrechten schenden, dan dient dit door een daadwerkelijk rechtsmiddel gecorrigeerd te worden. Anders ontspoort het systeem. Dat is wat we nu waarnemen.

    Hoe dit alles is ontstaan is op dit moment niet zo relevant. We willen met deze zaak alleen maar vaststellen hoe het op dit moment functioneert. Daarvoor hebben we van 6 willekeurige mensen in totaal 9 gerechtelijke uitspraken gedocumenteerd en vastgelegd.

    Bij de vaststelling van de schending van mensenrechten binnen een rechtssysteem dient deze schending direct en daadwerkelijk te worden opgelost. Vindt deze correctie niet direct plaats, dan is er op dat moment geen daadwerkelijk rechtsmiddel meer aanwezig.

    De vaststelling hebben we voorgelegd aan de daarvoor verantwoordelijke personen met het dringende verzoek om correctionele maatregelen te treffen tot herstel van het rechtssysteem. Dit is in eerste instantie aan het bestuur van de betreffende rechtbanken gedaan. Als hierop niet inhoudelijk wordt gereageerd, dan wordt de verantwoordelijke minister van justitie daarvan op de hoogte gesteld met hetzelfde verzoek. Bij het uitblijven van een inhoudelijke reactie van zijn zijde wordt zijn baas, de minister president van de Staat der Nederlanden om ingrijpen verzocht in deze kritische staatsaangelegenheid.

    Daarmee hebben we alle verantwoordelijke personen van het Nederlandse rechtssysteem de kans gegeven om in te grijpen en om te corrigeren. Als zij hierop niet adequaat reageren, dan hebben we tevens vastgesteld, dat de verantwoordelijken niet de noodzaak inzien voor het in stand houden van een daadwerkelijk rechtsmiddel.

    Deze vaststelling leggen we vervolgens voor aan een 25-koppige jury van een volkstribunaal. Daarvoor worden alle betrokkenen door het tribunaal gedagvaard, dus de rechters, bestuursleden van rechtbanken en verantwoordelijke ministers. De gedaagden krijgen 10 dagen de tijd om aan te geven of ze gebruik willen maken van hun recht op verweer tegen de aanklachten. Zij kunnen de bewijslast opvragen en hun verweer schriftelijk indienen. Ze kunnen ook mondeling worden gehoord. Dit zal dan op video worden opgenomen en toegevoegd worden aan het strafdossier.

    Alle dossiers worden dan via de website gepubliceerd, zodat een ieder in staat is om de aanklachten, de eisen, de bewijslast en verweren in te zien.

    De juryleden zullen dan met deze informatie tot een oordeel komen. De uitspraak van de jury dient unaniem te zijn.

    Lijst met gedagvaarden in de zaak Het Volk tegen de Staat der Nederlanden

    Lijst met gedagvaarde medewerkers van de Staat der Nederlanden

    Op 24 oktober 2014 zijn de onderstaande medewerkers van de Staat der Nederlanden voor de jury van een volkstribunaal gedagvaard. Alle betrokkenen zijn vooraf in de gelegenheid gesteld om binnen hun ambt en verantwoording het ten laste gelegde te corrigeren. Niemand van de gedagvaarden heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

    Daarmee was er binnen het rechtssysteem van de Staat der Nederlanden geen mogelijkheid meer om dit te corrigeren.

    Om de verantwoordelijken terecht te wijzen worden ze nu gedagvaard voor een jury van 25 leden.

    De gedaagden hebben 10 dagen na dagtekening van de dagvaarding de tijd om zich te melden bij het tribunaal. Ze kunnen dan kenbaar maken of ze zich wensen te verweren tegen de tenlastelegging. Als ze van hun recht op verweer geen gebruik maken, dan zal de zitting zonder de gedaagde partijen worden voortgezet. Dit loopt op 4 november 2014 af.

    mw. A. Schutte

    Bestuurders rechtbank Maastricht
    dhr. P.W.E.C. Pulles, president en voorzitter
    dhr. L.A. Gruiters, rechterlijk lid

    Verantwoordelijke rechter in uitspraak vonnis met parketnummer 96-061682-14

    Bestuurders Rechtbank Noord-Nederland:
    A.R. van der Winkel ( president en voorzitter)
    J.B. de Groot (rechterlijk bestuurslid)
    M.H. van Kuijk (niet-rechterlijk bestuurslid)

    L. A. van Son
    I. de Waal-van Wessem
    S. Kuypers
    B. Molenaar
    R.J. Jeu
    J.T. van Belzen
    N.K. van den Dungen- Dijkstra
    G.A. van Der Straaten
    H.P.M. Kester Bik

    Bestuurders van de rechtbank Gelderland:
    H.C. Naves, president en voorzitter en zittende rechter
    M.J. Blaisse, rechterlijk bestuurslid
    M. Commelin, niet-rechterlijk bestuurslid
    M.C. van der Mei
    F.M.T. Quaadvliet
    mw. M.H.S Lebens-de Mug

    Bestuurders rechtbank Overijssel:
    Dhr. T. Avedissian, president
    Dhr. G.G. Vermeulen, rechterlijk bestuurslid
    Mw. C.W.M. Biemans, niet-rechterlijk bestuurslid

    dhr. I.W. Opstelten, minister van Justitie en Veiligheid
    dhr. Mark Rutte, Minister President van de Staat der Nederlanden

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht 007

    De eed

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht. Op dit moment kiezen de meeste jury leden ervoor anoniem te blijven. De staat wordt niet als vriend gezien maar als een bedreiging.

    Deze eed wordt echter niet anoniem afgelegd. Tilasmi Frigge geeft aan niet onder de indruk te zijn van de middelen waarmee de staat haar tegenstanders kapot maakt. Dit is door mensen financieel afhankelijk te maken door alles af te nemen, karaktermoord plegen of door te gijzelen. De staat is de crimineel zegt Tilasmi Frigge.

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht

    Eed voor de dienst van het Hof voor Gewoonterecht

    uit te geven aan elke gezworen vertegenwoordiger van het hof en aan alle mensen of officieren voor de handhaving van de wet die zijn aangesteld door het hof of haar sheriffs

    Ik, (Mijn naam) , geboren te (Mijn geboorteplaats)  op (Mijn geboortedatum) , een mens met gezond verstand en helder bewustzijn, zweer hierbij dat ik trouw en rechtvaardig de dienst van een vertegenwoordiger van een hof voor Gewoonterecht naar mijn beste vermogen zal uitvoeren.

    Ik begrijp, dat als ik faal in mijn taken of het vertrouwen en de verantwoordelijkheid van mijn dienst schaadt, ik het recht op deze positie zal verliezen en van mijn dienst kan worden ontslagen.

    Ik leg deze plechtige eed vrijwillig, zonder dwang, voorbehoud of verborgen motieven af, in overeenstemming met mijn bewustzijn als een vrije mens onder de autoriteit en jurisdictie van het gewoonterecht.

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht 002

    De eed

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht wordt in dit geval in de meeste gevallen anoniem afgelegd. Niemand van de juryleden voelt zich veilig in deze staat en kiest voor anonimiteit om repressailles te voorkomen.

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht

    Eed voor de dienst van het hof voor gewoonterecht

    Eed voor de dienst van het Hof voor Gewoonterecht

    uit te geven aan elke gezworen vertegenwoordiger van het hof en aan alle mensen of officieren voor de handhaving van de wet die zijn aangesteld door het hof of haar sheriffs

    Ik, (Mijn naam) , geboren te (Mijn geboorteplaats)  op (Mijn geboortedatum) , een mens met gezond verstand en helder bewustzijn, zweer hierbij dat ik trouw en rechtvaardig de dienst van een vertegenwoordiger van een hof voor Gewoonterecht naar mijn beste vermogen zal uitvoeren.

    Ik begrijp, dat als ik faal in mijn taken of het vertrouwen en de verantwoordelijkheid van mijn dienst schaadt, ik het recht op deze positie zal verliezen en van mijn dienst kan worden ontslagen.

    Ik leg deze plechtige eed vrijwillig, zonder dwang, voorbehoud of verborgen motieven af, in overeenstemming met mijn bewustzijn als een vrije mens onder de autoriteit en jurisdictie van het gewoonterecht.

    Ga naar de bovenkant